Willem Tellboogschuttersgilde





  • Home
  • Uitslagen & Standen
  • Kalender
  • De Club
  • Boogschieten
    • Geschiedenis boogschieten
    • Techniek
  • Downloads/Links
  • In Beeld

Van bogen, pijlen en pezen.......

 

De handboog

“Boog” Volgens van Dale Groot Woordenboek » schiettuig bestaande uit een stok of reep van taai hout, riet, staal of andere veerkrachtige stof,
die kan worden gebogen door een gespannen pees of koord. “Handboog” Volgens van Dale Groot Woordenboek » boog die met de hand gespannen wordt,
met name als “wapen” van de schuttersgilden.De pijl en boog worden binnen de Belgische wet niet als wapen aangemerkt,
met uitzondering van pijlen die zijn voorzien van snijdende delen, met de kennelijke bedoeling daarmee ernstig letsel te veroorzaken.
Een vergunning voor het bezit of gebruik van een boog is dan ook niet nodig.
Bij wet is het wel verboden om met een gespannen longbow, flatbow, composiet-, recurveboog of kruisboog met pijl op de openbare weg te komen.
Let op: een compoundboog is altijd (voor)gespannen! Dus gewoon géén gespannen bogen op de openbare weg.
Beter is uw handboog in een boogfoedraal (boogtas) te vervoeren.

Soorten :

De longbow (lange handboog)

Een van de oudste handboogvormen. Handboog met één lange, enigszins rondeboogstaaf, meestal van taxushout gemaakt. De longbow heeft een lengte van ca. 1,80 meter (manshoogte)! Hij buigt over de gehele lengte. Deze handboog moet vooraf
gespannen worden. Eendelig. Na gebruik afspannen.

                 

 De flatbow (platte handboog)

Korter dan een longbow, met min of meer brede, platte werparmen (D-vorm) van iepen-,eiken- of essenhout. Flatbows buigen over de gehele lengte. Meestal hebben ze een smal, dikker handvat, dat niet mee buigt. Vanuit het dikkere deel steken de werparmen uit. Deze boog is wat betreft de vorm, sinds eeuwen, bijna niets veranderd. Deze boog moet vooraf gespannen worden. Eendelig. Na gebruik afspannen.

 

   

De composietboog 

“Composiet” Volgens van Dale Groot Woordenboek » samengesteld materiaal (b.v. garens van koolstof- en glasvezels). Tegenwoordig domineren de “hightech” handboogontwerpen waarbij kunststoffen en composietmaterialen gebruikt worden. Deze heeft een middenstuk plus 2 losse werparmen. Composietbogen werden door verschillende oosterse culturen ontwikkeld. Deze bogen zijn dus driedelig en moet vooraf gespannen worden. Na gebruik afspannen.

 

   

De recurveboog

“Curve” Volgens van Dale Groot Woordenboek » gebogen, krom (recurve = terugge-bogen) Dit zijn bogen met in tegengestelde richting gebogen uiteinden van de werparmen. 

Historisch gezien werden deze recurvebogen het meest gebruikt in grote delen van Azië en in Noord-Amerika. Soms werden ze geheel van hout gemaakt, maar vaker waren het een soort “composietbogen”, waarbij de meest voorkomende vorm die was, waarbij men dierlijke pees op de rug (niet zichtbare kant) van de boog en/of werparm lijmde. Dit zorgde er voor dat de extra krachten, die bij dit model op de boog inwerkten, werden opgevangen, waardoor de boog niet brak. Soms werd de boog nog sterker en veerkrachtiger gemaakt door plakken hoorn aan de, naar de schutter toegekeerde zijde van de werparmen (= voorzijde), te lijmen.

 

   

De compoundboog of katrolboog

“Compound” Volgens van Dale Groot Woordenboek » : samengesteld. Tenslotte zijn er de moderne hightech compoundbogen (niet te verwarren met composietbogen). De compoundboog heeft katrolinrichtingen aan de uiteinden waarbij de pees in totaal ca. 3 keer zo lang kan zijn of uit 2 delen bestaat. De compoundboog is in 1967 ontwikkeld door de Amerikaan Holless Wilbur Allen. Het centrale stuk van een compound-boog wordt meestal gemaakt van aluminium of magnesium. De latten (werparmen) van een com- poundboog zijn stijver dan die van een composiet- of recurveboog, waardoor de energie van deze boog beter gebruikt kan worden. Zelf spannen van de compoundboog is (in principe) niet mogelijk. De trekkracht van de werparmen varieert van ca. 40 tot 80 pound (18,12 tot 36,24 kg.). Het belangrijkste van de compoundboog is dat deze boog voor iedere volwassene te hanteren is. Jeugdige schutters kunnen echter met deze zwaardere krachten (50 tot 80 pound) nog niet omgaan.  De katrol kan speciaal gevormd (excentrisch) zijn. Hierdoor kan de pees veel verder naar achteren getrokken worden bij een relatief kleinere beweging van de werparmen zelf. Hierbij neemt de vereiste kracht, nodig om de pees gespannen te houden, bij verder naar achteren trekken weer af (de zogenaamde let-off). Normaal gesproken met 65-80% van de maximale kracht die halverwege het spannen wordt bereikt, zodat het richten veel meer ontspannen kan gebeuren. De meeste moderne hightech kunststofbogen zijn van dit type, dat een hoge vlucht heeft genomen.

   

De pees

“Pees” Volgens van Dale Groot Woordenboek » snoer van samengevlochten darmen of draden, met name dienende tot het spannen van een boog.
“Nokpunt” Volgens van Dale Groot Woordenboek » punt op een boogpees waarop bij het schieten de pijl moet worden vastgeklemd.
Dit onderdeel komt tegenwoordig in 2 hoofduitvoeringen voor; een pees voor de “gewone” of recurveboog en een voor een “katrol”- of compoundboog.
Bij een gewone- en bij eenrecurveboog wordt gebruik gemaakt van een enkelvoudige pees die met twee lussen aan de uiteinden van de werparmen bevestigd wordt.
In het midden van de pees zitten 2 wat dikkere windingen of wikkelingen: een (gekleurd) gebiedje in het midden van de pees, dat aangeeft waar de pijl in geklikt (genokt) moet worden.
Bij een katrol- of compoundboog is de pees drie maal langer en is in een speciale constructie op de wielen (katrollen) gezet.
Het “zetten” van de pees gebeurt al bij aanschaf en kan, afhankelijk van het gebruik én onderhoud, 2 tot 4 jaar meegaan.

De pijl

“Pijl” Volgens van Dale Groot Woordenboek » dunne, lichte staaf van hout of een andere stof, in een scherpe punt of ronde,platte dop eindigende, bestemd om met een boog naar een doel geschoten te worden.
Over pijlen is veel te zeggen en te schrijven. Nog steeds komen er nieuwe snufjes op de markt. Bij het schieten op een doel wordt voornamelijk met aluminium pijlen geschoten.
Bij het schieten op de “staande wip” worden carbon pijlen gebruikt, maar ook hier zijn vernieuwingen in aantocht. Wij houden het hier dus bij de “gewone” carbon pijl,
met een schachtlengte van ca. 80 cm. en die niet zwaarder dan 100 gram mag zijn.
Een meet of pijlnok (ook wel “keep of tinte” genoemd) zit aan de achterkant in de pijlschacht. Hij dient om de pijl op de pees in het nokpunt “vast” te zetten.
Hij is van kunststof en zo gemaakt dat de pees van de boog goed in de groef past.

De meet of pijlnok

Een meet of pijlnok (ook wel “keep” of "tinte" genoemd) zit aan de achterkant in de pijlschacht. Hij dient om de pijl op de pees in het nokpunt “vast” te zetten.
Hij is van kunststof en zo gemaakt dat de pees van de boog goed in de groef past. Meten zijn in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar, afhankelijk van de schachtdiameter en de peesdikte.
De meet moet dezelfde diameter als de pijlschacht hebben om naadloos in de pijlschacht op te kunnen gaan. Belangrijk is dat de meet op (grote) afstand te zien is,
omdat het voor kan komen dat de meet uit de pijlschacht valt als de pijl vol tegen de prang komt.  
Als de meet in de pijl zit dient de indexveer haaks op de bovenkant van de pijlschacht te staan als je de meet in het nokpunt (= de uitsparing) in het midden van de pees hebt geklikt.

De veren

Er worden twee soorten veren gebruikt:
• Natuurveer: gemaakt van katoen- of ganzenveren.
• Kunststofveer (plastic): harde of zachte kunststof veren.
Bij het schieten op de “staande wip” worden hoofdzakelijk kunststofveren gebruikt. De kunststofveren hebben het voordeel dat ze geen vocht opnemen en dat ze minder weerstand bieden omdat ze te dun zijn.
Veren aan de onderkant op de pijlschacht hebben een dubbele rol: a/het compenseren van het pijlevenwicht ten opzichte van de pijldop. b/het sturen én stabiliseren van de pijl tijdens de vlucht.
Er wordt met 2 kleuren veren gewerkt. Dit is gedaan om de pijl gemakkelijker (lees: sneller) haaks op de pees te kunnen aanbrengen als men de pijl wil vastklikken.
Probeer de oude lijm zoveel mogelijk te verwijderen met een niet al te scherp mesje. Reinig de pijlschacht en de hechtkant van de nieuwe veer met alcohol.
Breng wat speciale verenlijm (bij de booghandelaar) op de nieuwe veer aan en druk deze op exact dezelfde plaats op de pijlschacht terug. Mocht u zelf een “veren zet-apparaatje” hebben dan werkt dit gemakkelijker.

De pijlschacht

Houten, conische pijl met groene indexveer
De pijlschacht kan van verschillende materialen gemaakt zijn.
Vroeger:
• Riet: de primitieve volkeren gebruikten een stevig riet, soms uit noodzaak.
• Hout: ceder, beuk of essen. Deze liep meestal conisch (kegelvormig) uit.
Tegenwoordig:
•Kunststof van diverse samenstellingen (bij “staande wip”).
•Glasvezel: deze vezels worden in kunstharsen gedrenkt (bij “staande wip”).
•Carbon (bij “staande wip”).
•Aluminium-carbon: composiet (= samengesteld) aluminium buis wordt getrokken en
daarna voorzien van een koolstof laag (niet voor “staande wip”).
•Aluminium: holle schacht uit verschillende legeringen aluminium (niet voor “staande wip”).
• Pijlen, zwaarder dan 100 gram én pijlen van aluminium schacht en/of met een vulling zijn door de NBvW, KNBBW-FRNAB en de UAANF verboden.

De pijldop of hoorn

De pijldop, die gebruikt wordt bij het schieten op de “staande wip”, kan qua vorm en door het gebruik van dunnere of dikkere pijlschachten, wel wat afwijken.
De diameter van het raakvlak is dan niet altijd hetzelfde. Deze moet voor seniorentussen minimaal 22 en maximaal 28 mm. Ø liggen. Meestal wordt geschoten met pijldoppen van 25 mm. Ø
of nét zo groot als een muntstuk van € 2,00. De jeugdleden schieten met pijldoppen van 18 mm. Ø minimaal.De pijlschacht wordt in de pijldop gedrukt of gelijmd.
Bij het erin drukken doet een enkel stukje van een elastiekje, dat gelijktijdig mee geschoven wordt, “wonderen” voor wat betreft de stevigheid.
De bovenkant van de pijldop of hoorn moet volledig vlakzijn. Als de pijldop erop kan worden geschroefd moet de schroefkop volledig verzonken zijn.

De opbouw

De sleutel tot het goed boogschieten is herhaling; door keer op keer hetzelfde te doen! En dan niet zomaar schieten: nee, het steeds herhalen van dezelfde, zijwaarts gebogen houding, de stand van de voeten, boogarm, peesarm en peeshand, de houding van het hoofd, het oog en de pijl. Dit is de enige manier om het boogschieten op de “staande wip” goed onder de knie te krijgen. Op geen andere manier kan men zich deze vaardigheid eigen maken. Oefen en schiet dus zo vaak als je kunt!
We praten over de boog en de pees. Alles wat aan de boogzijde zit, (= de kant van de arm waarmee men de boog omhoog en vasthoudt) heet booghand, boogarm, boogbeen en boogvoet. Alles wat aan de peeszijde zit, (= de kant van de hand én arm waarmee men de pees spant) heet peeshand, peesarm, peesbeen en peesvoet.De hand waarmee de pees wordt aangetrokken (= peeshand) is bepalend om te weten of men een links- of rechtshandige schutter is. Met welke peeshand trek je de pees aan, links of rechts? Dit wordt voornamelijk bepaald door de oog-dominantie.
Als het rechteroog overheerst, dan behoor je een rechtshandige boogschutter te zijn. Hoe kom je daar achter? Wijs met een wijsvinger naar een bepaald doel boven je hoofd. Beide ogen zijn hierbij geopend. Sluit nu één oog en kijk of je wijsvinger de neiging vertoont af te wijken van het punt waar je naar wijst. Als je vinger zich verplaatst, dan is het oog dat je gesloten had jouw dominante oog. Probeer het opnieuw, maar dan met het andere oog gesloten. De vinger behoort nu naar dezelfde plaats te blijven wijzen. Sommige mensen hebben géén dominant oog, beide ogen zijn dan even sterk. In dat geval is het, voor diegene die normaal rechtshandig is, het beste met de rechterhand (is dus zijn peeshand) te schieten en omgekeerd voor linkshandigen. Richt men nu met één of met beide ogen? Dit is een persoonlijke voorkeur. Als men met het rechter oog het best kijkt (dominant rechter oog) dan houdt men de boog met de linker booghand vast en trekt men met de rechter peeshand de boog aan. Men gebruikt hier dus een rechtshandige boog (meest voorkomend). Bij een beter linker oog (dominant linker oog) houdt men de boog met de rechter booghand vast en trekt men met de linker peeshandde boog aan.
Men gebruikt hier dus een linkshandige boog. Het “kijkende oog” bevindt zich dus het dichtst bij de pijl. Is er géén dominant oog dan telt meestal het gegeven of men links- of rechtshandig is. De “boogzaak”, waar men de boog aanschaft, zal u hierin zeker adviseren. Een goede houding ligt ten grondslag aan een goed schot. Zeker bij zijwind! Ga op 30 tot 90 cm. uit de wipmast recht onder de prang staan, met de neuzen van uw schoenen op een “denkbeeldige lijn”, die gelijk loopt met de achterlijn (zie tekening hierboven en hieronder).

De steunstok

Een steunstok is een hulpmiddel voor personen die de handboog, bij het spannen van de pees, met de boogarm niet meer kunnen houden. Dit kan zijn omdat men de kracht niet meer heeft of dat men vanwege medische redenen dit niet meer kan. De stok heeft aan de onderkant een dwarsbalkje, zodat deze niet wegzakt. De steunstok zelf heeft, als deze niet verstelbaar is, een lengte van ca. 2 meter. Aan de bovenkant zit een haak, waaraan een koord of een metaaldraad met een diameter van ca. 15 cm. kan worden bevestigd. Dit koord of draad moet dus de trekkracht van de boog ook aankunnen! Het koord of de draad wordt om het middenstuk van de boog gehaald en aan de steunstok vast gemaakt. Bij het gebruik van een steunstok mag de trekkracht van de boog maximaal 45 pound (20,38 kg.) bedragen. De steunstok moet vrij op de grond staan. De boog moet los hangen, zodat de steunstok én de boog niet samen vastgehouden kunnen worden. Zo kan men toch richten, omdat de boog “los” hangt. De steunstok mag gebruikt worden door een schutter van 65 jaar of ouder. Schutters die nog geen 65 zijn en met een steunstok willen of moeten schieten, zullen in het bezit van een doktersverklaring moeten zijn.

De organisatie  van het boogschieten in België

Royal Belgian Archery (RBA) is de nationale federatie voor het handboogschieten.
Hieronder zitten twee erkende sportfederaties van Vlaanderen en Wallonië die zich focussen op het Handboogschieten.
Daarnaast is RBA aangesloten bij verschillende Internationlae federaties zoals World Archery (WA), World Archery Europe(WAE)
en de internationale Field Archery Association(IFAA). Hieronder kan u de structuur zien van de Handbooglandschap in België :
  Gewestelijk : HBL - LFBTA (Handboogliga en Ligue Francophone Belge de Tir à l' Arc)
  Nationaal : RBA
  Internationaal : WA - WAE - IFAA

WA is lid van Internationaal Olympisch Comité(BOIC) dit betekend dat leden kunnen deelnemen aan de Olympische spelen.
 
  ( info RBA )

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Copyright © 2019 WT - PVDC
Alle rechten voorbehouden

Sportparklaan Gebouw M
"De Schorre" Oostende

Staande Wip   MA & DO | 19u-21u | April - September
Liggende Wip   MA & DO | 19u-21u | Oktober - April
Doelschieten   WO | 18.30u-20.30u | Oktober - April