Staande wip
Op de schietboom, “staande wip” of wip mast genoemd, staat een schietvork of prang. Deze prang staat vol met “vogels”
(Deze vogels zijn bevestigd op de pennen van de prang). Elke vogel bestaat uit een kunststof klosje waaraan,
door middel van een verticaal geplaatst metaaldraadje, een gekleurde pluim is gehecht. Het raakvlak van zo'n vogel is niet groter dan
½ tot 1 ½ cm. Ø! Op de drie dwarslatten van deze prang staan van beneden naar boven 14, 12, en 10 “kleine vogels” of “mises”
(kleine, pasgeboren vogels). Dan volgt daarboven aan weerszijden een ”kal” of “cane” (wijfjeseend). Daarboven, eveneens aan beide zijden van de mast,
staan een “zijde” of “poule” (kip). Op het bovenste punt, op de top van de prang, staat de belangrijkste vogel, de “hoge” of “coq” (haan),
deze staat ongeveer op 28 m hoog. Bij het “Koningschieten” zijn alle latten en de 4 vorken aan weerszijden
van de prang leeg en prijkt alléén de Koningsvogel op de top. Variaties op de benamingen en het aantal vogels komen voor.
In België kan een prang tot 56 vogels gevuld zijn, te weten: 38 of 49 kleine vogels verdeeld over 3 of 4 dwarse banen, 4 of 6 grote vogels en een top en “uil”.
In Frankrijk kunnen dat tot 69 vogels zijn. Deze vorm van vogelschieten, “staande wip”, wordt in België door ca. 5.700 leden beoefend,
ook in Noord-Frankrijk wordt deze vorm van schieten veelvuldig beoefend.
Belgische emigranten brachten de “staande wip” aan het begin van de 20 e eeuw mee naar hun “nieuwe vaderland”.
(Vlaamse tradionele sporten)